Water vormde de vorm van het blauwe dier. De lichte staart dansde als een vlag achter haar aan. De merrie kwam boven water, en klom de kant op. Nee, helemaal van water was ze niet, alleen haar manen en staart. Ze schudde zich uit en hoestte. Nog even en het water werdt te koud voor haar, dan zou ze een andere plek met warmer water moeten zoeken, maar dat zou nog moeilijk kunnen worden. Ze kon het water verwarmen, maar haar kracht was niet sterk genoeg om een heel meer te kunnen verwarmen. Ze moest opzoek naar een vriend. Maar iedereen vond haar raar, of eng. Sunset plukte wat gras en dacht kauwend na. Maar wat nou als hier wel aardige dieren waren? Maar wat voor dier paste bij haar? Ze wist het niet, ze moest erachter komen...
Terwijl Wolge stevig doorliep zag hij in zijn ooghoeken iets bewegen, er liep een paard uit het water? Sinds wanneer konden paarden zolang onder water blijven. Hij stond stil en kneep zijn ogen zo fijn mogelijk om het andere paard beter te kunne n zien. Haar haren leken wel water zo blauw en glanzend waren ze. Hoewel hij het een raar idee vond, was het toch wel intressant. Jammer genoeg wist Wolge hoe het hier ging, vele dieren wouden je helpen en waren aardig.. maar er waren genoeg vreemde en gevaarlijke wezens. Deze gedachte weerhield hem ervan om naar het andere paard te gaan. Hij liep naar een grote boom, waaronder lekkere schaduw was, en probeerde het harde modder van zijn hoeven af te kloppen.